Algemeen:

Darts is een mateloos populaire sport en kan daarom niet ontbreken op The Parkinson Games.
Wij spelen volgens de 501-regels waarbij u bij elke worp de telling van uw pijl aftrekt.
Als voorbeeld.
U gooit bij de eerste worp bijvoorbeeld een 5 dan trekt u deze 5 af van de 501 en houdt daarbij 496 over. Als u bij de tweede worp 20 gooit, houdt u (496 – 20=) 476 over. Het doel is om zo dicht mogelijk bij de 0 te komen in de afgesproken tijd. Uit met een dubbel.

Darts wordt gespeeld in legs. Een speler wint een leg door bij een potje 501 als eerste uit te gooien (en dus op de 0 uit te komen).

Procedures competitief:

  • Op uw persoonlijke Score-card vindt u de tijd dat u zich mag melden bij het darten. U doet dat door u persoonlijke Score-card te tonen aan de Score-manager die aan het tafeltje zit bij de ingang van het dart gebied. Dit is de Call room;
  • In de Call room zoekt u de scheidsrechter van uw wedstrijd en gaat naast hem staan;
  • Op het signaal van de score-manager lopen alle darters tegelijk met hun scheidsrechter naar hun eigen dartbord;
  • Het dart gebied is alleen toegankelijk voor de spelers van dat moment en hun scheidsrechters;
  • U geeft nu uw Score-card aan de scheidsrechter;
  • De scheidsrechter legt u de regels uit;
  • De wedstrijden worden gespeeld;
  • De Score-card wordt afgegeven aan de scheidsrechter bij het wedstrijdbord. De scheidsrechter is verantwoordelijk voor het handhaven van de spelvolgorde en de speelwijze tijdens de wedstrijd.
  • Na afloop van de wedstrijd dient de scheidsrechter op de Score-card duidelijk de winnende speler aan te geven. Direct na de wedstrijd dient de Score card door de winnende speler bij de wedstrijdtafel te worden ingeleverd.
  • De verrichtingen van spelers zullen worden bijgehouden op de wedstrijdsheets zodat de spelers op de hoogte blijven van de stand(en) gedurende het evenement.
  • De score benodigd door een speler moet worden getoond op een blad of scorebord, duidelijk zichtbaar voor de spelers, scheidsrechter, caller en toeschouwers.
  • De scheidsrechter vult uw Score-card in;
  • U toont uw Score-card aan de Score-manager zodat deze het Score managementsysteem kan updaten.

Procedures sportief en recreatief:

Dit zijn de procedures als u darten liever niet in competitieverband speelt en voor de mantelzorger.

  • U kunt zelf een dartbord reserveren. U reserveert het dartbord per half uur;
  • U meldt zich op de door u gereserveerde tijd bij de score-manager. Deze persoon zit aan het tafeltje in de call-room van het Indoor Sportcentrum;
  • De score-manager geeft aan wanneer u zich naar het dartbord kan begeven.
  • Er is geen scheidsrechter en u dient zelf de telling bij te houden;
  • Na een half uur darten meldt u zich weer af bij de score-manager.

Spelregels competitief:

  • Dart wordt 1 tegen 1 gespeeld op een officieel dartbord;
  • In dit individueel te spelen dartsevenement zijn plaatsvervangers niet toegestaan;
  • U speelt 3 wedstrijden achter elkaar in een uur; een wedstrijdronde duurt ca. 15 minuten. Twee minuten om maximaal 3 pijlen per speler achter elkaar in te gooien en 12 minuten voor de wedstrijd. De overige tijd is voor het vastleggen van de scores en het wisselen naar een volgend bord;
  • Wij spelen volgens de 501-regels;
  • In de 12 minuten speeltijd kunnen meerdere legs 501 worden gespeeld;
  • Als de 12 minuten voorbij zijn worden de resultaten op de score-card geschreven en wisselen de darters van bord (en spelen in de volgende ronde tegen een andere tegenstander);
  • Om een leg te winnen, moet je exact op 0 punten uitkomen via een dubbel. Heeft de speler bijvoorbeeld nog 32 punten over, dan moet hij de dubbel 16 raken om uit te gooien en de leg te pakken. Gooit u per ongeluk meer dan het aantal punten dat u nog heeft, of houdt u 1 punt over? Dan resulteert dit in een bust en is de volgende speler aan de beurt. Er worden dan geen punten van je score afgetrokken;
  • De bulls-eye (roos) telt ook als een dubbel. Als u vijftig punten overhoudt mag u dus ook de bulls-eye raken om uit te gooien. Het is niet mogelijk om via de bull (het groene om de roos heen) uit te gooien;
  • Bij het begin van de partij wordt voor de bull gegooid (zo dicht mogelijk bij de bull). De winnaar van de bull gooit als eerste in de eerste beurt en alle oneven beurten in die wedstrijd. De verliezer van de bull gooit als tweede in de eerste beurt van die partij;
  • Elke worp bestaat uit het gooien van drie dartpijlen, tenzij u na de eerste of tweede dartpijl uitgooit;
  • Gooit u een dartpijl, maar kaatst hij terug (een bouncer) dan mag de dartpijl niet opnieuw worden gegooid. De dart levert dan dus nul punten op;
  • De dartpijlen moeten in het dartbord blijven steken totdat de totale score is berekend. Gooit u de tweede pijl bijvoorbeeld in de triple 20, maar valt hij tijdens het gooien van de derde pijl op de grond, dan krijgt u geen punten voor deze pijl. Ook dartpijlen die achterop een andere pijl worden gegooid (een Robin Hood) tellen niet mee bij de score;
  • Laat u een dartpijl uit uw vingers glippen, zonder dat u daarmee een werpbeweging naar het bord maakte? Dan mag u deze dart wél oprapen en naar het dartbord gooien;
  • U mag naast de oche (werplijn) gooien, maar de voeten moeten achter de denkbeeldige lijn staan die in het verlengde van de werplijn ligt.

Spelregels